Op woensdag 7 december 2022 hielden de zes sociaal-economische adviesraden (Brupartners, CESE Wallonie, CRB, NAR, SERV/MORA en WSRDG) een overleg met de vier operatoren van het openbaar vervoer (NMBS, MIVB, TEC, De Lijn). Tijdens deze vergadering werden verschillende punten besproken met het oog op de bevordering van de woon/werkverplaatsingen met het openbaar vervoer.
De NMBS verricht momenteel tests met flexibele abonnementen om de gewijzigde vervoersvraag door de ontwikkeling van het telewerk te ondervangen. Die abonnementen zouden in 2023 gecommercialiseerd worden.
De abonnementen van de gewestelijke maatschappijen hebben betrekking op netwerken voor verplaatsingen die groter zijn dan de woon-werkverplaatsingen. De kaarten van 10/100 (MIVB) en 50 (De Lijn) reizen laten toe om aan de vraag naar flexibiliteit in het kader van telewerk en deeltijds werk te voldoen.
De NMBS zet in op een versterkte combinatie fiets/openbaar vervoer via de verbetering van de parkings en de beveiliging in de vertrekstations. De NMBS geeft tijdens de spitsuren, wanneer reizigers met hun fiets wensen te pendelen, de voorkeur aan plooifietsen. Op termijn zou elke trein 8 fietsen moeten kunnen ontvangen. De Lijn ontwikkelt momenteel mogelijkheden om de combinatie met deelfietsen, binnen de uitrol van het concept basisbereikbaarheid en de Hoppinpunten, te vergemakkelijken. De MIVB werkt aan een MAAS-platform, waarvan de fiets deel uitmaakt. Plooifietsen en steps kunnen gratis op de bussen van de TEC. De TEC helpt de gemeenten ook bij de opstelling van fietsboxen.
De gesprekken tussen de publieke operatoren en de overheden met betrekking tot de integratie van de tarieven voor bepaalde soorten van gebruikers en de uitbreiding van de huidige zones worden verdergezet. Op korte termijn worden evenwel geen nieuwe beslissingen verwacht.
Tenslotte vond ook een gedachtewisseling plaats over de toepassing van het 80/20-derdebetalersysteem op de gecombineerde openbaar vervoerabonnementen.